Op woensdag 7 april jl. waren meerdere EHBO verenigingen (Bennebroek, Lisse, De Zilk-Vogelenzang) aanwezig bij de regio oefening van de brandweer.
Deze avond werd op de snelweg een ernstig ongeval met meerdere voertuigen nagebootst. Twee auto’s lagen op de kant; een stuk of 4 stonden zwaar gehavend gelukkig nog wel op 4 wielen.
– Aan de kant van de snelweg mochten de portieren niet geopend worden i.v.m. extra gevaar van verkeer.
– Hulpverleners moesten wachten tot de brandweer de auto’s veilig had gesteld: Lekken de auto s nog brandbaar vloeistof? Giftige dampen? Wielen blokkeren d.m.v. het plaatsen van blokken voor de wielen, zodat ze niet wegrollen, om maar even iets te noemen.
Eerste prioriteit was natuurlijk het blussen van de brand die was ontstaan na de aanrijding; daarna gingen de brandweermannen van de één naar de andere auto om de slachtoffers te beoordelen. Sommige slachtoffers waren flink verbrand, maar ook shock, onderkoeling, hersenletsel, wervelletsel, bloedneus en natuurlijk paniek kwam aan bod.
De brandweermannen en –vrouwen gingen na het blussen van de brand één voor één langs de wagens om de slachtoffers uit de wagens te bevrijden: bij de ene auto werd het achterraam eruit gehaald, waarna het slachtoffer op de plank naar buiten gedragen kon worden. Bij een ander werd het dak eraf geknipt (is al een bijzonder ervaring als je niet echt gewond bent….) en bij weer een ander voertuig werd zelfs het dak eraf gezaagd met een oorverdovend kabaal!
Pas toen de gewonden uit de auto waren, konden de hulpverleners aan de slag.
Deze avond werd heel (pijnlijk) duidelijk dat je als hulpverlener heel weinig kan en mag doen als het gaat om een ongeval op de snelweg: hulpverleners stonden naast de auto, maar mochten de lichtgewonde slachtoffers niet uit de auto halen. In bovenstaande situatie is de brandweer degene die bepaalt wat er gebeurt; zij stellen de prioriteiten. Logisch, want zij kennen de gevaren van een brand.
Ook voor de veiligheid van de hulpverleners moet gewaakt worden, en als een hulpverlener in al zijn/haar enthousiasme aan de slag gaat met een slachtoffer en het gevaar om zich heen dan niet meer ziet, is het toch fijn om te weten dat de brandweer voor deze veiligheid zorgt.
De frustratie bij de hulpverleners was groot: ze wilden helpen, de wonden verzorgen, mensen uit hun voertuigen halen, maar kregen hiervoor van de brandweer geen toestemming. Het enige wat de hulpverleners op dit moment konden doen, was het geruststellend toespreken en zeggen, dat hulp onderweg was.
Wat mij (als slachtoffer) is opgevallen, is hoe snel je het koud krijgt als je stil zit (toch enigszins beschut) in de auto. Hier is misschien iets wat hulpverleners wel hadden kunnen doen: dekens uitdelen aan de mensen die vast zaten in hun auto. Voor mijzelf in ieder geval wel een leermoment.
Achteraf maar ook tijdens de oefening, viel het ons op, dat de communicatie tussen brandweer en hulpverlening niet altijd even goed ging: toch wel jammer omdat je het samen moet doen.
Al met al was het een hele leerzame avond: wij als hulpverleners kregen een kijkje in de keuken van de brandweer; we hebben ook even mogen meemaken hoe het is als er gevaar dreigt ook voor de hulpverleners. En dat het dus ook belangrijk is, dat er over onze veiligheid gewaakt wordt (ook al vinden wij dat niet prettig omdat wij willen helpen en niet aan de kant willen staan als hulpverleners).
De brandweer heeft even mogen ervaren hoe het is om te werken met hulpverleners die erg graag willen helpen.
Voor ons allemaal dus een heel mooie ervaring van een bedreigende situatie in een veilige omgeving.
Ik heb een spannende en waardevolle avond mogen beleven. Ik hoop, dat dit voor de meeste, zo niet alle ehv‘ers is geweest.
Annet